Hoge Gezondheidsraad licht standpunt toe rond gebruik van Covid Safe Ticket en verplichting tot vaccinatie tegen het coronavirus
In het licht van de aanstaande parlementaire debatten rond de vaccinatieplicht publiceert de Hoge Gezondheidsraad (HGR) zijn bedenkingen over het gebruik, de noodzaak en effectiviteit van het Covid Safe Ticket en/of de verplichting tot vaccinatie in de strijd tegen het coronavirus.
Vaccinatie redt levens!
Vaccinatie blijft de beste keuze om zich te beschermen tegen het coronavirus. De huidige vaccins zijn zeer effectief om een ernstig ziekteverloop met opname in het ziekenhuis, op intensieve zorgen of sterfte te vermijden, ook in de context van de Omikronvariant. De grootste prioriteit blijft dan ook om zoveel mogelijk mensen te stimuleren zich te laten inenten. Een boosterprik helpt bovendien om de werkzaamheid van de vaccins tegen Omikron op te krikken.
Want hoewel de Omikronvariant inderdaad minder ernstige ziekteverschijnselen vertoont, omwille van zijn hoge besmettelijkheid slaagt hij er weldegelijk in om de druk op de eerstelijnszorg en onze ziekenhuissystemen weer op hoog te zetten. Welke vaccinatiegraad is dan voldoende om de volledige Belgische bevolking te beschermen? Deze vraag is dan ook moeilijk, of zelfs onmogelijk, te beantwoorden. Correcte handhygiëne, voldoende ventilatie en fysieke afstand tussen personen blijven daarom – naast vaccinatie – belangrijke handvaten in de strijd tegen het virus wanneer de epidemie piekt. De HGR is van mening dat een versterking van de capaciteit en de flexibiliteit van het zorgsysteem moet overwogen worden om eventuele nieuwe golven het hoofd te kunnen bieden.
Het Covid Safe Ticket
In België heb je op dit moment een Covid Safe Ticket (CST) – gebaseerd op een vaccinatie-, test- of herstelcertificaat (3G) – nodig om binnen te kunnen in bepaalde publieke ruimtes zoals horeca en fitnesscentra, om te kunnen deelnemen aan evenementen, en om op reis te kunnen gaan. Dit instrument laat toe om de viruscirculatie binnen de bevolking te beperken en het risico op grootschalige overdracht tijdens infectiepieken te verminderen.
Bepaalde bevolkingsgroepen kunnen het CST echter negatief ervaren. Dit zou een weerslag kunnen hebben op andere vaccinatieprogramma's, vooral bij hen die al weinig vertrouwen vertonen in de bestaande programma’s en overheidsinstanties. Daarenboven kan het CST ook leiden tot een vals gevoel van veiligheid, waardoor andere basisregels, zoals fysieke afstand, handhygiëne en het dragen van mondmaskers, onverstandig worden losgelaten of versoepeld.
Stimuleren vs. verplichten
Verschillende landen melden dat de vaccinatiegraad verhoogt na de invoering van het CST en/of de vaccinatieplicht. De interpretatie en veralgemening van deze data naar de Belgische situatie moet echter met de nodige voorzichtigheid gebeuren. Hoe streng het CST wordt toegepast, wat de vaccinatiegraad en vaccinatietwijfel vóór de invoering ervan waren en wat de epidemiologische status is van een specifieke regio, zijn elk op zich belangrijke factoren die het effect van het CST en de vaccinatieplicht op de vaccinatiegraad kunnen beïnvloeden. En laat nu deze factoren net sterk variëren van land tot land.
Hoewel het aanvaardbaar is om tools in te zetten (zoals bijvoorbeeld het CST) die vaccinatie stimuleren, steunt de HGR het gebruik ervan niet wanneer zij eigenlijk een “verborgen” vaccinatieverplichting willen opleggen.
In die zin is de HGR van mening dat het gebruik van het CST en de verplichting tot vaccinatie op zichzelf staande gezondheidsmaatregelen zijn die elkaar niet noodzakelijk uitsluiten. Beide moeten ingezet worden met een duidelijk gedefinieerd doel, dat van elkaar kan verschillen, en up-to-date gehouden moet worden volgens de best beschikbare wetenschappelijke gegevens. In het bijzonder tijdens epidemiologische pieken sluit een vaccinatieplicht het nut van het CST niet uit, en omgekeerd, sluit het gebruik van het CST niet uit dat een vaccinatieplicht een meerwaarde kan betekenen.
Het juiste doel en de juiste indicatoren voor ogen houden
In het kader van de coronapandemie hebben de HGR en het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek in november vorige jaar de vaccinatieplicht voor het zorgpersoneel al aanbevolen. Beide instituten zijn het erover eens dat de vaccinatieplicht in bepaalde omstandigheden een wetenschappelijk en ethisch aanvaardbare en gefundeerde optie kan zijn.
Afhankelijk van welk doel beleidsmakers op dit moment voorop willen stellen met de invoering van de vaccinatieplicht, is het relevant om over bepaalde leeftijdsgrenzen na te denken. Als de autoriteiten bijvoorbeeld voor ogen hebben om sterfte te beperken, dan zou deze enkel kunnen gelden voor alle 65-plussers bijvoorbeeld. Als het hoofddoel is om het ziekenhuissysteem te ontlasten en uitstel van zorg te minimaliseren, dan zou een leeftijdsgrens vanaf 40 jaar en ouder relevant zijn. Een verplichting voor de volledige volwassen bevolking zou dan weer als doelstelling kunnen hebben om de overbelasting van huisartsen en eerstelijnszorg aan te pakken.
Op dit ogenblik en op basis van de huidige kennis van dit virus, zijn varianten en de huidige vaccins, oordeelt de HGR dat een dergelijke vaccinatieplicht van beperkte duur geoorloofd is. De relevantie ervan moet echter regelmatig worden herzien, bijvoorbeeld elk jaar, op basis van voortschrijdend inzicht over toekomstige varianten, nieuwe vaccins (in ontwikkeling) en de epidemiologische situatie op dat moment. Daarenboven moet er ook grondig nagedacht worden over een compensatie- en zorgsysteem bij zeldzame en ernstige bijwerkingen.
De HGR pleit ervoor om over al deze elementen een diepgaand politiek debat te voeren. Als deze optie gekozen wordt, moet dit op een duidelijke en transparante manier aan het publiek worden meegedeeld. In het ideale geval wordt er, tenminste in Europa en zo mogelijk wereldwijd, een eensgezinde en gemeenschappelijke visie ontwikkeld zowel voor het CST als voor de verplichte vaccinatie tegen het coronavirus.
Wat vinden de Belgische wetenschappers?
Omdat dit debat veel breder gaat dan de volksgezondheid vanuit strikt wetenschappelijk en medisch oogpunt, werd er bovendien een online peiling georganiseerd bij het volledige expertennetwerk van de HGR. Driehonderd Belgische wetenschappers met een expertise over een zeer breed scala van disciplines (waaronder, maar niet noodzakelijk, infectieziekten en vaccins) hebben hun mening over deze thema’s gegeven. Het is echter belangrijk om op te merken dat deze momentopname genomen werd tijdens de Deltafase (eind december 2021) en in een tijd van grote onzekerheid over de Omikronvariant. Het is mogelijk dat deze resultaten intussen geëvolueerd zijn naarmate de kennis over Omikron is toegenomen.
Zo gaf destijds een zeer grote meerderheid (93,4%) aan voorstander te zijn van het CST. De praktische aspecten van het opzet en het gebruik ervan vallen onder de verantwoordelijkheid van de GEMS. Ongeveer de helft gaf de voorkeur aan het huidige 3G-systeem en slechts een derde verkoos een systeem dat enkel gebruik maakt van het vaccinatiecertificaat (1G). De HGR heeft in dit verband trouwens al herhaaldelijk aanbevolen om het CST niet in te zetten voor kinderen en adolescenten.
Wat betreft verplichte vaccinatie tegen COVID-19, antwoordde 72% (net geen 3 op 4) van de Belgische experten op dat moment dat ze voorstander zijn, maar niet noodzakelijk voor onbepaalde tijd.
Heb je vragen?
Contact
Sofie Verdoodt
- T
- GSM
Deel deze pagina